Een man verkoopt in 2018 zijn eigen woning in Nederland en verhuist naar Italië, waar hij zich inschrijft op een nieuw adres. Hij geeft deze verhuizing door aan de Basisregistratie Personen (BRP). Na het verkoopmoment beschouwt de Belastingdienst hem niet langer als binnenlands belastingplichtige. De Belastingdienst nodigt hem uit om aangifte inkomstenbelasting over 2018 te doen via een M-formulier. In die aangifte claimt de man aftrek voor hypotheekrente en de rente op een restschuld. De inspecteur wijkt echter af van zijn aangifte en verlaagt de aftrekposten. Hierop maakt de man bezwaar, maar dat wordt ongegrond verklaard. De man gaat in (hoger) beroep.
Het hof oordeelt dat de aftrek van hypotheekrente en rente op een restschuld beperkt blijft tot de periode waarin de man binnenlands belastingplichtig is. De verkoop van zijn woning en de daaropvolgende uitschrijving maken verdere aftrek niet mogelijk. Weliswaar is een registratie in het BRP niet meer dan een aanwijzing voor de woonplaats van een belastingplichtige. Echter, omdat de man zich heeft uitgeschreven uit het BRP en geen nadere motivering en/of bewijsstukken aanvoert van zijn stelling dat hij ook na die datum moet worden aangemerkt als binnenlands belastingplichtige, heeft hij dit niet aannemelijk gemaakt. Wat in de Italiaanse inkomstenbelastingwetgeving staat, is ook niet relevant voor deze beoordeling.
Stel een vraag: