Sinds 1 januari 2013 geldt voor een eigenwoningschuld een contractuele aflossingsverplichting. Deze verplichting houdt in dat gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in maximaal 360 maanden de schuld volledig wordt afgelost. Voor de beoordeling of bij een annuïtaire lening aan de contractuele aflossingsverplichting wordt voldaan, moet de maandelijkse rentevoet in het contract overeenkomen met de rente die als eigenwoningrente wordt aangemerkt. Als de overeengekomen rente hoger is dan de marktconforme rente, kan de rente niet volledig als eigenwoningrente worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat niet aan de contractuele aflossingsverplichting wordt voldaan. De lening is dan vanaf het moment van aangaan geen eigenwoningschuld en de rente is in zijn geheel niet aftrekbaar. Het overeenkomen van een hogere rente kan zich bijvoorbeeld voordoen bij bepaalde familieleningen.
Bij onder het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden vallende leningen wordt een te hoge rente gecorrigeerd naar de marktconforme rente. Dat geldt ook voor lineaire leningen, waarvoor een contractuele aflossingsverplichting geldt. Het bedrag van de aflossing hangt bij een lineaire rente niet af van de overeengekomen rente.
De staatssecretaris heeft onder voorwaarde goedgekeurd dat een annuïtaire lening met een hoger contractueel rentepercentage dan het marktconforme rentepercentage als eigenwoningschuld wordt aangemerkt. De voorwaarde is dat de contractuele rente en het daarop gebaseerde aflossingsschema worden aangepast aan de marktconforme rente. Daarbij moet worden uitgegaan van de omvang van de lening zoals deze zou zijn geweest als vanaf het moment van aangaan van de lening een marktconforme rente was overeengekomen. De marktconforme rente is vastgesteld op het moment dat de aanslag inkomstenbelasting met daarin de eigenwoningschuld met het marktconforme rentepercentage onherroepelijk vaststaat. Komt de aanslag waarin de marktconforme rente aan de orde is door een uitspraak van de Hoge Raad onherroepelijk vast te staan? Dan heeft de belastingplichtige nog zes weken vanaf de uitspraak van de Hoge Raad de tijd om de contractuele rente en het aflossingsschema aan te passen. De inspecteur kan die termijn op verzoek van de belastingplichtige verlengen.
Stel een vraag: