De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het cassatieberoep van een in het Verenigd Koninkrijk opgerichte Limited Liability Partnership (LLP) ongegrond is. De kern van de zaak was of de LLP fiscaal transparant is en daarmee vrijgesteld van vennootschapsbelasting (Vpb) in Nederland. Zowel de rechtbank als het gerechtshof hadden eerder al bepaald dat de LLP een niet-transparant lichaam is en daarmee Vpb-plichtig.

In eerdere uitspraken werd verwezen naar de criteria die de Hoge Raad in een arrest uit 2006 heeft gegeven. Deze criteria zijn:

• De participanten zijn slechts aansprakelijk tot het bedrag van hun inleg.
• De door het samenwerkingsverband gedreven onderneming is eigendom van het samenwerkingsverband.
• De onderneming wordt niet feitelijk voor rekening en risico van de participanten gedreven.