De levering van onroerende zaken is vrijgesteld van omzetbelasting, tenzij het betreft de levering van een gebouw vóór, op of uiterlijk twee jaar na het tijdstip van eerste ingebruikneming of de levering van een bouwterrein. Onder een bouwterrein wordt verstaan onbebouwde grond, die bestemd is om te worden bebouwd met één of meer gebouwen. De verkrijging van onroerende zaken is belast met overdrachtsbelasting, tenzij ter zake van de levering omzetbelasting is verschuldigd. Deze uitzondering geldt niet als de onroerende zaak als bedrijfsmiddel is gebruikt en de verkrijger de omzetbelasting geheel of gedeeltelijk als voorbelasting in aftrek kan brengen.

Ter zake van de verkrijging van de aandelen in een zogenaamde onroerendezaakrechtspersoon heeft de verkrijger aangifte gedaan voor de overdrachtsbelasting. In de aangifte heeft de verkrijger een beroep gedaan op de zogenaamde samenloopvrijstelling omdat een van de onroerende zaken naar zijn mening een bouwterrein was. De inspecteur deelde dit standpunt niet en heeft een naheffingsaanslag en een verzuimboete opgelegd. De rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat de verkrijger er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat het bouwgrond betrof. De stelling dat reeds op de datum van de verkrijging van de aandelen de intentie bestond om op het perceel te bouwen heeft hij niet met stukken onderbouwd. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn terecht opgelegd.